Een professional is iemand die zich volgens de regels durft te vergissen!

bureaucratie 1

Dat de invloed van regelgeving in het sociaal domein groot is, wordt door vrijwel iedereen onderschreven. Net als het feit dat regels duur zijn, veel tijd kosten, voor grote vertraging kunnen zorgen en vaak hun doel missen. Of dat regelgeving leidt tot juridisering, betutteling en niet bevorderlijk is voor de ondernemingszin. Maar waarom verlustigen wij ons dan zo hardnekkig aan wet- en regelgeving en maken wij ons eigen oordeel daarvan zo afhankelijk? Zou het kunnen dat wij in een maatschappij leven die dergelijke regeldrift voedt? Wij gaan ervan uit dat onze maatschappij goed gestructureerd en rationeel geordend is. Maar is dat wel het geval? Of is onze maatschappij doortrokken van een blind wantrouwen?

We leven in een spektakelmaatschappij, een maatschappij die alles tot spektakel maakt. De (angst voor de) media speelt daarbij een belangrijke rol. Die vertelt graag – net als wij graag vertellen – dat wij bekommerd zijn om mensen en mensenlevens en dat niets ons nauwer aan het hart ligt dan dat! Maar is dat wel zo? Of kicken we op onrust die wij daarmee creëren? Wordt het niet tijd dat wij allemaal – inclusief de media dus – op een veel bedachtzamer en bedaarder manier met de feiten omspringen?

Dat regels nodig zijn voor het vertrouwen en gelijkheid in de samenleving en een ordentelijk maatschappelijk verkeer is duidelijk. Even duidelijk is dat minder of meer regels daar niet automatisch toe leiden. Daar is meer ruimte voor de professionals voor nodig en zal een (groter) appèl op de persoonlijke verantwoordelijkheid nodig zijn. Iedereen heeft hierin een taak, en dan met name degenen die in leidinggevende posities verkeren. Zij zijn bij uitstek degenen die verandering kunnen initiëren en bewerkstelligen.

Hoe trekken we de stereotype discussie over regels en vertrouwen vlot? In een tijd waarin bovendien de rechtspraak de ruimte voor gemeenten en professionals steeds meer lijkt te beperken en steeds meer eisen aan de professionals en overheden stelt.

Om te binnen verdient de huidige discussie omtrent regelgeving meer nuance. Achter elke regel huist een geest; een bedoeling. Daarover nadenken en gezamenlijk bewustzijn kweken is belangrijker dan het horrorspel dat met regels vaak gespeeld wordt, zoals het indekken tegen aansprakelijkheden, verantwoordelijkheden ontlopen en andere defensieve manoeuvres.

Vervolgens zouden wij ons meer bewust mogen zijn van onze persoonlijke verantwoordelijkheden en ook de ruimte moeten hebben – en nemen! – om daarnaar te handelen. Leiderschap Mensen zouden zich meer bewust mogen zijn van hun persoonlijke verantwoordelijkheden en ook de ruimte moeten hebben – en nemen! – om daarnaar te handelen. Leiderschap tenslotte is nodig om een inspirerende, beslissende stem te kunnen laten horen.

Regels en procedures geven duidelijkheid, bieden de kaders waarbinnen u en ik – en professionals in hun beroepspraktijk – moeten handelen en wat anderen daarvan mogen verwachten. Verantwoordingssystemen geven aan wat, wie en waarom en hoe moet doen en wat het resultaat is of moet zijn. Instrumenten bieden daarbij hulp. Bijvoorbeeld ter beoordeling van een situatie. Tezamen geven ze structuur en houvast bij de beslissingen die moeten worden genomen.

In sommige gevallen echter leidt juist die structuur en het (vermeende) houvast tot een situatie waarin juist het tegenovergestelde wordt bereikt. Als dat gebeurt, tasten regels en procedures de kwaliteit van ons werk aan. Dat gevaar ligt ook op de loer bij de omvorming van het sociaal domein. De bureaucratie in het sociaal domein dreigt juist groter te worden, terwijl Rijk en gemeenten zich ten doel stellen deze terug te dringen. Als er niet op korte termijn een halt wordt toegeroepen aan alle administratieve bouwwerken die op dit moment – ook onder druk van de rechterlijke macht – in de steigers worden gezet, vrees ik dat de daadwerkelijke bezuiniging op de directe zorg of ondersteuning aan inwoners van gemeenten veel groter zal blijken te zijn dan bedoeld of beoogt.

De roep vanuit de politiek om de zorg en ondersteuning echt anders te gaan organiseren, heeft helaas nog niet geleid tot een fundamenteel andere inrichting van indicatieprocessen, verantwoording, facturering en informatie-uitwisseling. Voor gemeenten ligt daar een grote opgave: inwoners en professionals niet belasten met onnodig papierwerk en ingewikkelde procedures. Lastig, want ondertussen moeten zij zelf voldoen aan veel voorwaarden en regels. De Tweede Kamer wil graag overal grip op houden…..

Die worsteling tussen ruimte en maatwerk in de uitvoering en anderzijds zekerheid en houvast voor de inwoners en de uitvoerend professional moeten wij aandurven. Niet alleen om minder kwetsbaar te zijn, maar juist om de kwaliteit van dienstverlening te verbeteren. Als wij daarbij de doelmatigheid centraal stellen in plaats van de rechtmatigheid is een duurzaam resultaat te realiseren.

Reguleren en dereguleren zijn eigenlijk twee kanten van dezelfde medaille. Daarom is dereguleren alleen niet genoeg. Situationeel regelen en sturen op feitelijk handelen bevordert dan snelle en goede dienst- en hulpverlening. En ja, sturen op feitelijk handelen vergt tijd en een lange adem. Het behelst veelmeer dan alleen het scheppen van voorwaarden en het schrappen van regels of procedures. Het vraagt om vertrouwen. Want, wie denkt dat bestrijding van bureaucratie simpelweg neerkomt op het schrappen van regels moet beseffen dat er meer moet gebeuren. Het ontmantelen van de bureaucratie draait niet alléén om minder regels, kostenbesparing of meer efficiëntie. Het betekent vooral dat degenen die met uitvoering worden belast vaker zelf beslissingen moeten mogen nemen. Als zij dit niet mogen, dan blijven al die regels en uitzonderingsregels noodzakelijk.

Bevoegdheden bij uitvoerenden leggen brengt uiteraard verschillen mee in de afhandeling van taken. Dat is niet anders. Ons optreden is legitiem indien dat door „de omstandigheden naar redelijk inzicht vereist is”. Dan mag – nee, moeten wij – afwijken van het protocol. Mogen wij improviseren, anders ingrijpen of het laten bij wat ‘sussen en blussen’ wordt genoemd. Dat dit lijkt op willekeur is een prijs die het betalen waard is! Het is, zoals Lao-Tse (Chinees filosoof; +/- 600 v.C.) ooit opmerkte: “Spaken komen samen in een naaf, maar de lege ruimte maakt de kar bruikbaar. Een pot bestaat uit klei, maar de lege ruimte maakt de pot bruikbaar. Balken en stenen vormen een huis, maar de lege ruimte maakt het huis bruikbaar. Alleen het niets is bruikbaar.”

Dat bekent niet dat er geen afspraken of regels nodig zijn. Het is belangrijk dat professionals zich kunnen verantwoorden voor hun keuze als zij van regels en protocollen willen afwijken. Bovendien is het belangrijk dat organisaties afspraken maken over opschaling, zodat professionals weten wanneer ze anderen moeten inschakelen. Goede afspraken in het kader van de decentralisaties in het sociaal domein bieden daarvoor kansen.